Hoorns komen vaak voor bij (de begeleider van) Sint Nicolaas samen met nog andere kenmerken. Ook in Nederlandse bronnen komt het voor. Samen met de huiden en de kettingen/ketenen wijzen zij op de de duivel die door Sint Nicolaas in toom gehouden wordt.

1780 (1796) – met een verward gerinkel, als van yzeren ketenen […] eene koe-huid omgeslagen, zoo dat de hoornen vlak boven het gezicht kwamen, dat achter een yselyke scherbilskop of mombakkes verborgen was, en de staart kronkelde achter aan.

en voor 1850:

Gerust kunt ge u nu buiten wagen
     Geen zwarte kop
Met huiden om het lijf geslagen
     En hoornen op.
Geen ketens ramm’len langs de keijen
     Als van een beer,
Gij hoort geen deur, geen schot rammeijen
     Geen angstkreet meer.

Nog in 1869 wordt deze prent van Kollarz opgenomen in een Nederlands tijdschrift waarin wordt gesproken over Sint Nicolaas en zijn knecht. Hieruit kunnen we opmaken dat het volk hier geen moeite mee had.

 

Dit kenmerk komt in de volgende bronnen en onderwerpen voor: