Als alternatief voor het zwarte gezicht zien we ook andere maskers gebruikt worden. Dit is een duurdere vorm van maskerade. Doel is steeds onherkenbaar te zijn voor omstanders. De maskerade (dus ook het zwart!) is naast roe, zak en ketting en soms ook huiden en hoorns een belangrijk kenmerk van de begeleider van Sint Nicolaas en soms ook van Sint Nicolaas zelf. Veel mensen weten niet dat Sint Nicolaas en zijn begeleider soms samenvloeien tot een gestalte waarbij hij herkenbaar blijft aan deze kenmerken. De roe of gard is een vast onderdeel van het Sint-Nicolaasfeest (naast zwart gezicht, zak en ketting) en alhoewel door pedagogen in de ban gedaan als attribuut nog steeds goed bekend. De roe wordt vaak als strafwerktuig gezien, waarbij er soms mee achterna gezeten of geslagen werd, maar vaker nog werd een roe in een schoen gestoken ten teken van straf of als teken dat men te oud was om cadeautjes te krijgen. In dit laatste geval werd iemand soms ook afgezouten waarbij een zakje zout in de schoen werd achter gelaten. De roe staat ook voor vruchtbaarheid, iets dat zeer zeker een rol speelt in het Nederlandse Sint-Nicolaasfeest waarbij deze als goedhuwelijksman (goedheiligman) bekend stond. In de samenvloeiing van de begeleider van Sint Nicolaas en Sint Nicolaas zelf is deze andere betekenis ook belangrijk. In andere Europese landen zien we het gebruik van de roe als vruchtbaarheidssymbool nog sterker terug.
Op de foto hierboven zien we zowel Zwarte Piet als Sint Nicolaas met een masker. Let op Piets linkerhand waarin hij de roe en de ketting vastheeft.
Een mooi voorbeeld uit een kinderboekje dat masker en zwart gezicht door elkaar gebruikt worden, vinden we in twee boekjes waarin hetzelfde verhaal voorkomt:
In een ander boekje wordt echter dit plaatje bij hetzelfde verhaal gebruikt waarop Fransje een Sinterklaasmasker op heeft, dat er op het plaatje niet zwart uitziet. Getuige de tekst, komt dit echter wel degelijk voor. Dit onderstreept de inwisselbaarheid van de twee vormen van maskerade.
en in het boekje Kleinen Andries uit 1821 komt de volgende uitspraak voor:
“Toenmaals was er nog een bullebak. Dit was een grimmig man, met een zwart gezigt, of wel een masker voor hetzelve, in eene vreemde, lelijke kleeding, met een ‘zak op den rug en een bloot zwaard in de hand. Zoo ging de vreeslijke bullebak een paar dagen voor Sint Nicolaas op de straat rond, tierde, sloeg met het zwaard vonken uit de steenen, en maakte een ijslijk geweld…..”
Uit het voorwoord blijkt dat dit zeker over Nederland gaat.
Dit kenmerk komt in de volgende bronnen en onderwerpen voor: