Het volksgebruik was echter te diep ingeworteld; en in weêrwil van het verbod heeft later de viering van den St. Nicolaas-avond weder plaats gehad.

Opmerking: Sint Nicolaas-brood, hier staat niet dat het letters zijn.

In deze tekst: schoen zetten

 

“Sint Nicolaas-Avond”

“In Oostenrijk is het St. Nicolaas-feest nog altijd in gebruik. Dáár wordt St. Nicolaas vertoond als een norsch man, met ketenen en eene roede gewapend om alleen te tuchtigen, die niet ter zijner eere zingen, maar wordt er gezongen dan geeft hij ook mildelijk uit de mand, die hij aan zijn’ anderen arm draagt, suikergoed, enz.
Op andere plaatsen wordt St. Nicolaas voorgesteld met een’ knecht, die een lange roede draagt om alleen te tuchtigen, die niet zingen.
In onze Vaderlandsche geschriften vindt men in oude geschriften reeds van het feest van St. Nicolaas melding gemaakt. De heilige St. Nicolaas komt er voor als patroon, én van de zeevarenden, én van de kinderen.”

“In 1316 kregen de kinderen van de school te Dordrecht vacantie, om St. Nicolaas te vieren. In de 15e eeuw vindt men het St.Nicolaas-brood vermeld. Eene eeuw later vindt men bij den bekenden dichter Bredro in een kluchtspel verhaald, dat een jongen van Sinter Claes in zijnen schoen gekregen had:

Hiele peper-huysjes met suycker-erreten,
met kabeljausoogen en kapittel-stocken
Noch kreeg hij een koft van Klaesje Buytnaer,
Sonder quast en songder scheur,
Met een walbarcken warp-tol, met en staele
pen, en een plaetje daerveur, enz.”

“In een boek, in 1658 gedrukt, vindt men het volgende liedje:

Sinte Niclaes Bisschop! goet heylich man,
Wilje wat in mijn schoentje geeven, Godt loont u dan.
Geefftemen een beurs met bellen,
Soo sal ickje niet meer quellen.
Soo langhe als het God geliefft,
Heb ick Sinte Niclaesjen lieff.”

“Sint Niklaas goed heilig man
Trekje beste tabbert an,
Rij er mee naar Amsterdam;
Amsterdam naar Spanje,
Appeltjes van Oranje,
Peertjes van de boomen,
Rijke rijke, oome!
Rijke, rijke juffertjes,
Die dragen lange mouwen.”

“Inzonderheid gaven de kermissen, de Pinksterdagen en de St. Nicolaas-avond dikwijls aanleiding tot grove ongeregeldheden. Dit schijnt dan ook de aanleiding geweest te zijn, dat de stedelijke regering van Dordrecht, in het jaar 1657, op verzoek van den kerkeraad, omdat het St. Nicolaasfeest zoo tumulteus werd gevierd, deze superstitie verbood. Het volksgebruik was echter te diep ingeworteld; en in weêrwil van het verbod heeft later de viering van den St. Nicolaas-avond weder plaats gehad.”

 

 

Auteur: De vrienden van Armen en Rijken
Tekstbron:
  1. 1852 – Volks-letterkunde – Deel 1