‘was ik in een oogenblik zo zwart als de droes (duivel); want de fluit was van binnen met roet gevult…’

Opmerking: In dit stuk wordt het Zwart als de droes (dat is de duivel, direct gevolgd door het feit dat er roet mee gemoeid is.

 

Auteur: E. Bekker (Betje Wolff! bekend van Aagje Deken)
Tekstbron:
  1. 1780 – Brieven over verscheiden onderwerpen
Pagina: 270