‘By helderen dag rydt een Man, in het wit gekleed, en zeer fraai versierd, te paard door de straaten der Steden.’ (ook: Sint Nikolaas/Klaas Vaak)
Opmerkingen:
Het idee dat de fysieke verschijning van Sint Nicolaas alleen in Brabant voorkwam, heeft brede aanhang. Getuige deze bron uit 1720 was een dergelijk gebruik echter ook al in Amsterdam bekend. Deze bron vermeldt ook een (in het wit geklede?) “Franse” Sinterklaas, vergelijkbaar met onderstaande tekst. Daarnaast is het schilderij van Naiveu uit 1703 is hiervoor een indicatie. Sinterklaas is fysiek waarschijnlijk nooit weggeweest en jongelui hebben hem altijd uitgebeeld, getuige een bron uit 1659. al is zijn uiterlijk wel naar de plaatselijke gebruiken aangepast al dan niet onder invloed van de Reformatie. Men wist overigens best hoe een bisschop er uit zag en maakte dat onderscheid ook wel degelijk door verschil te maken tussen de Heilige en de Volkse Sint Nicolaas.
Dat men Sinter Klaas vergelijkt met Klaas Vaak, komt ook vaker voor en is belangrijk om de verschijning die we in de Verenigde Staten zien te duiden.
In deze tekst: Schoen zetten
“Kinders! gy zyt zo bly met uw Sint Nikolaas Prezenten, die gy gister van uwe goede Grootmama ontvangen hebt, maar weet gy wel, wat dat is Sint Nikolaas, en van waar het gebruik van Prezenten kome?”
“En wat is er uit het een en ander daarna voorgesprooten? De gewoonte, dat de zoete kinders, op den vyfden December, ’s avonds, hunne schoenen vóór het bed hunner ouderen en vrienden zetten, om er wat lekkers in te krygen: wat men vertelt hun, dat Sint Nikolaas, ’s nagts, op een paardje door den schoorsteen komt inryden, om hun dat te brengen. Zo heeft men immers ook al met u gedaan, toen gy niet wyzer waart? Ook schynt daarvan de spreuk: “Klaas Vaak komt in den schoorsteen gereeden” haaren oorsprong te hebben. Men gebruikt ze, om de kinders, vaak krygende, goedwillig naar bed te doen gaan, en laat hen dus hoopen, dat SINT NIKOLAAS aan hun zal gedenken op zynen tyd, en wat lekker brengen, als zy zoet en gehoorzaam zyn. —–“In Braband verneemt men, op den zesden December, nog eene andere vertooning, die u zal doen lachen. By helderen dag rydt een Man, in het wit gekleed, en zeer fraai versierd, te paard door de straaten der Steden. Wanneer hy aankomt, vliegen alle kinders naar de deur, plaatzen zich op de stoep, en bedanken deezen Man, die Sint Nikolaas verbeeldt, met groetenissen, neerbuigingen, handgeklap en toejuchingen, voor de gebragte gechenken.”
Auteur: | Martinet, J.F. en A. van den Berg |
Tekstbron: | |
Pagina: | 176 t/m 179 |
Legenden: | |