Opmerking: in de rest van de tekst komt de Sint Nicolaas Markt en de Sinterklaastafel bij de banketbakker ook nog voor.

In 1845 was er ook onenigheid over de invulling van het feest zoals we hier kunnen lezen. Het “leven en laten leven”, is hier het advies dat misschien wel opnieuw navolging verdient.

“Sint-Nicolaas-geschenken? – Immers ja,. De man moet zijne vrouw, en de vrouw haren man een’ Sint-Nicolaas koopen; de minnaar zijne beminde en omgekeerd. De ouders hunne lievelingen  – maar neen! aan deze worden de geschenken door Sint-Nicolaas zelven gebragt, en wel door den schoorsteen, en in het holste van den nacht, nadat de Heilige man, onder allerlei afzigtelijke gedaanten, zich des avonds te voren van de braafheid en gehoorzaamheid der kleinen overtuigd heeft, en hun reeds een’ voorsmaak van het nog door hem te <te rijden> lekkers heeft toegestrooid. – O! ik herinner mij nog met innerlijk genoegen die kindsche dagen, waarin reeds maanden lang te voren, de komst van Sint-Nicolaas als eene aanstaande belooning of straf werd te gemoet gezien.”

[…]

Sint Niklaas, bonne, bonne, bonne,
Gooi wat in de lege tonne
Gooi wat in de huizen

[…]

 

 

Auteur: anoniem
Tekstbron:
  1. 1845 – De Komiek
Pagina: 3 en 81-82